Quantcast
Viewing all 149 articles
Browse latest View live

Leo Blech 11: Goldmark, Lortzing, Wagner (HMV, 1926-1929)


Het is alweer een poos geleden dat ik 78t.platen van de uitstekende operadirigent Leo Blech gepost heb. Hoog tijd dus voor enkele HMV-opnamen uit de periode 1926-1929.
Kijk hier voor de Leo Blech-opnamen op deze blog.
Hij is ook nog te horen op mijn blog 78 toeren opera zang, als begeleider van Barbara Kemp, een opname uit 1927.
Jolyon heeft een zeldzame opname van Leo Blech op zijn prachtblog staan.
Ook Damian heeft opnamen van Leo Blech op zijn blog.
Er is een youtube filmpje uit 1929 waarin hij de ouverture van Der Meistersinger von Nürnberg van Wagner dirigeert. 
In Musikstadt 1945-1947 keren beroemde musici terug naar Duitsland: o.a. Yehudi Menuhin, Furtwängler en Leo Blech, die ook even geïnterviewd wordt en Carmen van Bizet dirigeert. We zien ook Otto Klemperer en Paul Hindemith.
In Musikstadt Berlin 1947-1952 zien we een heel kort fragment van Leo Blech die een stukje uit Eine kleine Nachtmusik dirigeert.

Leo Blech (Aken, 21.04.1871 - Berlijn, 25.08.1958): Duits operacomponist en dirigent van Joodse afkomst. Studeerde op de Hochschule für Musik in Berlijn piano bij Ernst Rudorff en compositie bij Woldemar Bargiel. Nam later privéles bij Engelbert Humperdinck. 
1893-1896: dirigent Stadttheater Aachen
1899-1906: Neues Deutsches Theater, Praag
1906-1937: Königliches Schauspielhaus = later: Staatsoper Unter den Linden, Berlin
1937-1941: in ballingschap in Riga, vanwege de Nazi's. Dirigeerde het Lets Nationaal Opera en Ballet theater. Göring zorgde voor een uitreisvisum naar het neutrale Zweden, uit angst voor de populariteit in binnen- en buitenland van Blech.
1941-1949: Koninklijke Opera, Stockholm
1949-1953: Städtische Oper, Berlin
Hij componeerde diverse opera's, o.a. Aglaja (1893); Cherubina (1894); Das war ich (1902); Aschenbroedel (1905); Versiegelt (1908) en Die Strohwitwe (operette, 1920). Ook componeerde hij orkestwerken, kamermuziek en liederen.
Lees meer op Wikipedia (Engels) en Wikipedia (Duits).



1  Karl Goldmark - "Die Königin von Saba": Einzugsmarsch    7:47
    Mitglieder des Orchesters der Staatsoper, Berlin
    78t 30 cm: HMV EH 354  (4-040766/7)  CLR 5226-2 / 5227-2
    Opname Beethovensaal Berlijn, 22-03-1929
    
2  Albert Lortzing, arr. Schmeling - "Zar und Zimmermann": Ouverture    5:32
    Mitglieder des Orchesters der Staatsoper, Berlin
    78t 30 cm: HMV EW 32  (8-40585/6)   BwR 1157-1 / 1158-1
    Opname Berlijn, 19-09-1927

    Richard Wagner - "Tannhäuser": 

3  Pilgerchor (3e acte)    3:29
4  Einzug der Gäste auf der Wartburg    4:08
    Koor en orkest Staatsoper Berlijn
    78t 30 cm: HMV EJ 44  (4-040508/9)   CwR 397-1 / 400-1
    Opname Berlijn 11-10-1926

5  Richard Wagner - "Lohengrin": Brautchor    5:13

    Koor en orkest Staatsoper Berlijn
    78t 25 cm: HMV EW 60  (8-44534/5)   BLR 4833-2 / BD 9207-1
    Opname Singakademie, Berlijn 06-12-1928 (kant 1); 18-10-1927 (kant 2)



Download flac
Download mp3

Janine Weill, piano (Decca, 1930) + discografie


Janine Weill (Parijs, 13.01.1903 - 1983): Frans pianiste, studeerde bij Marguerite Long en Alfred Cortot piano en bij Ducasse compositie. Ze verwierf bekendheid met haar Debussy-cycli, waarbij ze het complete piano-oeuvre van Claude Debussy uitvoerde (Encyclopedie van de Muziek, Elsevier 1967).

Ik heb geprobeerd wat meer over haar te weten te komen. Een rondje Googlen levert enkele losse fragmenten op:

Op 15-04-1926 speelde Janine Weill de oer-uitvoering van het pianokwintet op.72 van Fernand le Borne (1862-1929) in Parijs.

Op 19 februari 1933 heeft ze in Parijs een concerto van de Nederlandse componist Jacques Beers (1902-1947), een leerling van Jean Huré en Nadia Boulanger, mede ten doop gehouden, samen met Marcelle Gerar, sopraan (aan wie het werk is opgedragen), Jules Viard, saxofoon, en het Orchestre Symphonique de Paris o.l.v. Roger Désormières.

Op 31-01-1939 heeft Janine Weill in Glasgow een recital gegeven onder auspiciën van de French-Scottish Society met Franse pianomuziek (zo is te lezen in The Glasgow Herald): Rameau, Couperin, Daquin, Fauré, Ravel en Debussy stond op het programma. Ze werd aangekondigd als "The ambassadress of French music". Ze moet toch ook een aardige carrière gehad hebben, want er staat bij vermeld dat ze speelde met de belangrijkste orkesten van Parijs, Lissabon en de Noord-Europese hoofdsteden.

In 1947 in Scheveningen raakte ze tijdens het laatste deel van het pianoconcert no.4 van Saint-Saëns de weg kwijt en moest het orkest 40 maten alleen spelen, voordat ze weer de draad kon oppakken... Dit gebeurde nadat violist Sam Swaap eerder op die avond ook even het spoor bijster werd...

In 1969 verscheen een boek van haar hand, getiteld Marguerite Long, une vie fascinante.

Wie meer over haar weet mag aanvullen!

Ik heb uit de Decca classical discografie opnamen op een rij gezet van Janine Weill die opgenomen zijn in Engeland en Frankrijk. Daaruit blijkt o.a. dat ze Carnaval op.9 van Schumann heeft opgenomen, maar die is niet uitgebracht. 
Hieronder volgen de gegevens:


>0052
25 Feb, re-made 1 May & [b] 11 Jun 1930  Chenil Galleries, Chelsea
Janine Weill (piano)
[a]  DEBUSSY  Préludes Book 1 : La Cathédrale engloutie  FMA997
[b]  DEBUSSY  Estampes : Jardins sous la pluie  FMA998
[c]  ALBÉNIZ  Cantos de España : Bajo la palmera Op.232/3 FMB999
[d]  GRANADOS  Danza Española No.5  FMB1000
[ab] (Aug?30) T127,  [cd] (Aug30) M125.

>0057
[ab] 30 Apr, [cde] 1 & [e] 2 May 1930  Chenil Galleries, Chelsea
[a] one side (1257) re-made 11 Jun 1930
Janine Weill (piano)
[a]  DEBUSSY Children’s Corner Suite  FMA1255-57
[b]  DEBUSSY Suite bergamasque : Clair de lune  FMA1258
[c]  LISZT  Liebestraum in A flat S541/3  FMA1259
[d]  CHOPIN  Waltzes in D flat & C sharp minor Op.64/1-2 FMA1260
[e]  DEBUSSY Préludes Book 1 : Nos.8,9,11,12  FMA1265-66
[cd] (Jly30) T128,  [abe] (Jly?30) T129-31.

>0063
10 Jun 1930  Chenil Galleries, Chelsea
Janine Weill (piano)
SCHUMANN  Carnaval Op.9  FMA1470-75
Unpublished.

>F006 (Sep 1930-Feb 1931?) Salle Gaveau, Paris
[b] Janine Weill (piano); Poulet Orchestra, Gaston Poulet
[a] WEBER Euryanthe J291 : Overture   FA118-19
[b] SAINT-SAËNS Wedding Cake - Caprice Op.76   FB120-21
[a] (Mar31) K554, [b] (Jly31)   MF176.

>F007 (Sep 1930-Apr 1931?) Paris
Janine Weill (piano)
DEBUSSY Estampes : Soirée dans Granada   FA??
DEBUSSY La Plus que lente   FA??
(May?31) T10004.

>F011 1931? Paris
Magdeleine Greslé (mezzo-soprano), Janine Weill (piano)
[a] DEBUSSY Chansons de Bilitis : La chevelure   FB166
[b] DEBUSSY Noël des enfants qui n’ont plus de maison   FB167
[c] DEBUSSY Chansons de Bilitis : La flûte de Pan   FB181  
[b] (c31) F40028, [ac] (c31) F40034.

>F015 (Sep 1930-Apr 1931?) Paris
Magdeleine Greslé (mezzo-soprano), Janine Weill (piano)
DEBUSSY Fêtes galantes : Les ingenus   SB10
DEBUSSY Fêtes galantes : Le faune   SB11
(c31) F40043.

>F021 (Sep 1930-Apr 1931?) Paris
Magdeleine Greslé (mezzo-soprano), Janine Weill (piano)
DEBUSSY Fêtes galantes : Colloque sentimental   SB64
DEBUSSY La Mer est plus belle   SB65
(Jly31) F40016.

De drie platen van Janine Weill die ik in mijn verzameling heb, hebben alle een aanzienlijke ruis. Ik moet zeggen dat ik de piano opnametechnisch niet altijd even helder en transparant vind klinken, maar goed - het gaat om opnamen uit 1930, 85 jaar geleden opgenomen, en we hebben de kans om een pianiste te horen van de generatie van pianistes als Aline van Barendzen en Marcelle Meyer.



Janine Weill, piano:

1  Isaac Albeniz: Sous le palmier    2:49
2  Enrique Granados: Danzas Españolas no.5    3:16
    78t 25 cm: Decca M.125   FMB.999/1000
    Opname 30-04-1930

3  Claude Debussy: La cathédrale engloutie    4:35
4  Claude Debussy: Jardins sous la pluie    3:13
    78t 30 cm: Decca T.127   FMA.997/8
    Opname 11-06-1930 (3); 01-05-1930 (4)

5  Franz Liszt: Liebesträume no.3    4:05
6  Frédéric Chopin: Walsen nos 1 + 2 op.64    4:34
    78t 30 cm: Decca T.128   FMA.1259/60
    Opname 01-05-1930

Download flac
Download mp3

Sasha Culbertson: Aeolian Vocalion D-02143


Ik heb helaas weinig gegevens over de violist Sasha Culbertson. Op eBay worden nogal hoge prijzen gevraagd, maar dat zegt me weinig want daar worden vaak absurde bedragen gevraagd voor platen.
Sibeliusfan (zie zijn reactie hieronder) heeft me op het spoor gezet van informatie uit een Amerikaanse krant, m.n. the Tuscaloosa News van 28-04-1944. Onder het kopje "Another Culbertson" staat een korte In Memoriam over Sasha Culbertson, die de dag ervoor overleden was.


Deze mooie Aeolian Vocalion heb ik voor de verandering met originele hoes gescand, prachtig vind ik!



1  Pablo de Sarasate: Romanza Andaluza    4:24
2  Henryk Wieniawski: Vioolconcert no.2 in d: Romance    4:01
Sasha Culbertson, viool (+ piano)
78t 30 cm: Aeolian Vocalion D-02143   AM 10442 / 10451

Download mp3

Issay Dobrowen: Haydn (HMV, 1946)


Issay Dobrowen, eigenlijke naam Itschok Zorachovitch Barabeitchik (Nizhny Novgorod, 27.02.1891 - Oslo, 09.12.1953): Russisch pianist, dirigent en componist. Studeerde aan het conservatorium van Moskou bij Konstantin Igumnov (piano) en Sergei Tanejev (compositie). 
1917-1921: gaf les aan het Muziekdrama-conservatorium van de Philharmonic Society Moskou.
1922: vertrok uit de Sovjet-Unie. Dirigeerde de eerste Duitse Boris Godounov in Dresden 
1928-1931: Oslo Philharmonisch Orkest
1927-1928: Opera van Sofia
1929: verkreeg het Noors staatsburgerschap
1931-1934: San Francisco Symphony 
1941-1953: Göteborg Symphony Orkest. Op de website van dit orkest staan de volgende gegevens over Issay Dobrowen:

230 performances with the Gothenburg Symphony Orchestra. The Russian conductor Issay Dobrowen (1891-1953) was born to Jewish parents in Novgorod. He left the Soviet Union in 1922 to take Norwegian citizenship in 1928. Mr Dobrown was both conductor and a skilful pianist, who at one point played Beethoven’s Appassionata for Lenin. He started his international conducting career as a guest performer with the Berlin Philharmonic, Vienna Philharmonic, and the Leipzig and Dresden orchestras. He performed regularly as guest with the Gothenburg Symphony Orchestra from the mid 1930s until he was appointed Principal in 1941. His speciality was the Russian repertoire, which he always performed with élan. After a conflict between the Conductor and his orchestra in 1947 (when Mr Dobrowen called an acting concertmaster (leader) an “invalid”), he stayed on as principal conductor until his death in 1953, though his relationship with the orchestra cooled significantly.


Joseph Haydn: Symfonie no.104 in D "London" (1795):
1  adagio - allegro    7:16
2  andante    8:35
3  minuetto + trio    4:03
4  allegro spirito    4:32
Philharmonia Orchestra o.l.v. Issay Dobrowen
78t 30 cm: HMV C.7645-7 (automatische koppeling)
2EA.11116-1; 11117-1; 11118-1; 11119-2; 11120-1; 11121-3
Opname 27-06-1946
Totale tijd:   24:26

Download flac
Download mp3

Bruno Walter: Beethoven (Columbia, 1947)


Bruno Walter (eigenlijke naam: Bruno Schlesinger) (Berlijn, 15.09.1876 - Beverly Hills, 17.02.1962): Duits dirigent, hij componeerde actief tot ca. 1910. Geboren in een middle-class Joodse familie. Hij noemde zich Bruno Walter sinds 1896 en veranderde zijn naam officieel in Bruno Walter toen hij zich in 1911 naturaliseerde als Oostenrijker. 
Debuut als dirigent bij de Opera Keulen in 1894. Vertrok later dat jaar naar de opera in Hamburg, waar hij werkte met Gustav Mahler en met hem bevriend werd. 
Dirigeerde vervolgens in Breslau (1896), Pressburg, Riga Opera, Latvia (1898), Berlijn Staatsoper (1900) als opvolger van Franz Schalk, met als collega's Richard Strauss en Karl Muck. Hij raakte in die periode bevriend met de componist Hans Pfitzner. 
Mahler nodigde Walter uit om naar de Weense Hof-Oper te komen als diens assistent en vanaf die tijd neemt zijn carrière een grote vlucht. Na Mahler's dood in 1911 vroeg Alma Mahler of Bruno Walter de première wilde dirigeren van Das Lied von der Erde en de 9e symfonie. Walter maakte ook de eerste opnamen van deze werken, live opgenomen in resp. 1936 en 1938 met de Wiener Philharmoniker voor HMV.
Hij vluchtte in 1933 uit Duitsland omdat concerten die hij zou dirigeren steevast werden afgelast. Bij één concert in Berlijn nam Richard Strauss in plaats van Walter de baton over. Daar schreef Bruno Walter later over: "The composer of Ein Heldenleben actually declared himself ready to conduct in place of a forcibly removed colleague." 
Met zijn gezin vestigde hij zich in Wenen.
Geliefd gastdocent in Amsterdam, Concertgebouw, in de periode 1934-1939. 
Hij vertrok naar Amerika in 1939, ging wonen in Beverly Hills, Californië. Werkte daar met grote orkesten als Chicago Symphony Orchestra, L.A. Philharmonic, NBC Symphony Orchestra, New York Philharmonic en Philadelphia Orchestra. 
Na 1946 dirigeerde Walter veel in Europa, o.a. bij het Edinburgh Festival, de Salzburger Festspiele en in Salzburg, Wenen en München.



Ludwig van Beethoven: Symfonie no.1 in C op.21 (1799-1800):
1  adagio molto - allegro con brio    6:59
2  andante cantabile con moto    6:30
3  menuetto: allegro molto e vivace    3:26
4  adagio; allegro molto e vivace    5:50
Philharmonic Symphony Orchestra of New York o.l.v. Bruno Walter
78t 30 cm: Columbia LX 8681-4 (automatische koppeling)
XCO 39478 - 39483
Opname New York, 29-11-1947
Totale tijd:   22:45

Download flac
Download mp3

Kölner Kammertrio: Quantz (Odeon, 1942)


Helaas ben ik de komende tijd niet in staat veel aan mijn blogs te doen. Zo nu en dan zal ik iets nieuws posten.

Het Kölner Kammertrio had de volgende bezetting:
Karl Hermann Pillney, Neupert-klavecimbel;
Reinhard Fritzsche, fluit
Karl Maria Schwamberger, viola da gamba

Karl Hermann Pillney (Graz, 08.04.1896 - Bergisch Gladbach-Bensberg, 10.04.1980): Oostenrijks pianist en componist. Studeerde aan het conservatorium van Keulen o.a. bij Hermann Abendroth. 
1923: dioploma als concertpianist
1925-1930: verbonden als docent aan de Rheinische Musikschule in Keulen
1930-1951: gaf masterclasses aan de Hochschule für Musik in Keulen

Karl Maria Schwamberger (1905-1967): Oostenrijks cellist en viola da gamba-speler. Speelde veel kamermuziek. Gaf na de 2e wereldoorlog les aan het Brucknerconservatorium van Linz, Mozarteum Salzburg en in Wenen.

Over Reinhard Fritzsche heb ik niet veel kunnen vinden. Hij heeft muziek voor fluit gecomponeerd.

Johann Joachim Quantz, bew. Karl Hermann Pillney: Trio in D    7:49
adagio - allegro - largo - allgro
Kölner Kammertrio
78t 30 cm: Odeon O-7955 a/b   xxB 8744-2/8745-2
Opname 31-01-1942

Download flac
Download mp3

Carlo Sabajno: G&T (1905)


Carlo Sabajno (Rosasco, 1874 - Milaan, 1938): Italiaanse operadirigent. Hij was de assisitent van Arturo Toscanini in Turijn, dirigeerde daar zelf ook. 
Fred Gaisberg stelde hem in 1904 aan als "huisdirigent" van de Gramophone Company in Italië, een functie die hij tot 1932 vervulde. In die rol was hij verantwoordelijk voor alle aspecten van de productie: repertoirekeuze, engageren van artiesten, en dirigeren tijdens de opnamen, dus dezelfde baan die Piero Coppola (1888-1971) vervulde in Frankrijk. 
Lorenzo Molajoli (1868-1939) was zijn tegenhanger voor de Italiaanse Columbia (in de elektrische periode).

In 1904 nam Carlo Sabajno de complete Ernani (Verdi) op.
in 1907 volgden nog 2 opera's:  Pagliacci (Leoncavallo) en Aïda (Verdi). Op de etiketten staat dat Leocavallo zelf de Pagliacci dirigeerde, maar het was naar alle waarschijnlijkheid Carlo Sabajno.
In de periode 1915-1932 volgden een groot aantal opera's: 13 in de akoestische en 13 in de elektrische periode (inclusief het Requiem van Verdi). Verder heeft hij talloze zangers en zangeressen begeleid bij grammofoonopnamen.

Op het label van deze 30 cm G&T uit 1905 staat geen dirigent vermeld, wel dat het gaat om het opera-orkest van La Scala, Milaan.
Op de CHARM database staat de informatie dat Carlo Sabajno deze plaat heeft gedirigeerd en dat de plaat in 1905 opgenomen is.

1  Giuseppe Verdi - "La Traviata": Prelude 1e acte    3:38
2  Giacomo Meyerbeer - "Robert le Diable": Prelude    3:37
    Orkest van La Scala, Milaan o.l.v. Carlo Sabajno
    78t 30 cm: Gramophone Monarch G&T 030502/4   558c/559c
    Opname Milaan, 1905

Download mp3

Josef Pembaur: Chopin (Van Wouw, glasplaat)


Josef Pembaur II (Innsbruck, 20.04.1875 - München, 12.10.1950): Oostenrijks pianist en componist. Studeerde bij zijn vader Josef Pembaur I (1848-1923), die dirigent, componist, pianist en pedagoog was.
1893-1896: studeerde bij Ludwig Thuille (1861-1907). J.G. Rheinberger en Ludwig Abel. 
1896-1901: docent piano aan de Koninklijke Muziekschool in München. Daarna verdere studie in Leipzig bij Alfred Reisenauer (1863-1907). Aansluitend veel concertreizen door Europa, waarbij hij ook samen met zijn vrouw optrad met 2 piano's.
Vanaf 1901: leraar piano in Leipzig, vanaf 1912 professor.
1911: schreef een boek "Over de poëzie van het pianospel".
1919: nam 8 pianorollen op voor Welte-Mignon, w.o. 2 composities van zijn vader.
1921-1948: leidde een masterclass voor piano in München.

Ik voeg een kleine, mogelijk incomplete discografie toe.
Behalve de glasplaat die ik hier laat horen, en de pianorol-opnamen uit 1919, heeft hij enkele Odeons en Parlophons opgenomen op één dag: 28 november 1927. 
Knap dat hij zoveel op één dag wist op te nemen!
Van deze opnamedag zet ik de gegevens in schema:


Nr
Titel
Label
Matrijs
01
Liszt: Waldesrauschen
Odeon O-6944
2-20477
02
Chopin: Prelude op.28 no.15
Odeon O-6944
2-20478
03
Liszt: Pianoconcert no.2
dirigent: Frieder Weissmann
Parl. P.9191-3
2-20479~84
04
Liszt: Mephistowals no.1
Odeon O-6582~3
xxB 7869-72

Ik heb hier een bijzondere glasplaat die helaas niet van al te beste kwaliteit is. Vanwege de unieke opname laat ik hem toch horen: je moet wat lawaai op de koop toenemen. Heel bijzonder om deze pianist te kunnen horen, in repertoire dat hij niet elders opgenomen heeft. Het is onbekend in welk jaar dit is opgenomen, maar Klankstudio Van Wouw maakte tussen 1934 en 1940 gebruik van dit label met rood en grijs, dus in die periode moet deze Ballade van Chopin opgenomen zijn door Josef Pembaur.

Over Klankstudio Van Wouw heb ik hier nog het volgende gevonden:

De Amsterdammer Ludolf Anne Frederik Hendrik van Wouw (1891-1966), zoon van een pianoleraar, startte in 1932 met experimenten voor zijn Klankopname Studio's Van Wouw. Het resultaat hiervan waren platen voorzien van zelfgemaakte etiketten, met de hand geknipt uit schriftpapier. Er zijn de nodige spelfouten te zien in deze vroege etiketten ('Andante Cantabielee'), misschien gemaakt door de man achter de knoppen. In 1934 vestigde Van Wouw zich aan de Heiligeweg nr. 3. Er zitten dan heuse labels op de platen: aanvankelijk wit/gele, later de bekende rood/grijze, die zullen blijven tot het einde van het bestaan van de studio. In 1934 - 1935 is de studio verhuisd naar Herengracht 582. Van Wouw heeft het pand op de Heiligeweg mogelijk nog enige tijd als kantoor aangehouden. In de studio kon men grammofoonplaten laten opnemen, onder andere met gesproken boodschappen voor familie en bekenden in Nederlands-Indië. Van Wouw was een van de aandeelhouders van de geluids- en filmstudio en vormde met M.B. Gorter de directie. Van meet af aan is echter sprake van de Klank- en Filmstudio Van Wouw. De studio experimenteerde volop. In 1935 was de studio al in staat een kleurenfilm te produceren. Men kon zich er zich ook de microfoontechniek eigen maken. Dolf van Wouw legde zich toe op geluidsregistratie, zijn zoon Luc was de drijvende kracht achter de filmafdeling. Er was nog een filmtechnicus in dienst die vermoedelijk ook de camera hanteerde. Het bedrijf had bovendien een heuse reportagewagen die in de oorlog door de Duitsers in beslag is genomen. In 1943 is de studio gevestigd aan het Molenpad, onder de naam: Klank & Filmstudio Van Wouw N.V., oudste en grootste klank-opname studio. In de oorlogsperiode zijn de meeste opnamen gemaakt met een geheel blanco label.

De Van Wouws stopten na 1945 met filmactiviteiten; de montagetafels en afdrukmachines werden verkocht. Het gebruiksrecht van zijn logo - de letter W doorsneden door een notenbalk - stond Van Wouw af aan de cineast Paul Wijnhoff.


Frédéric Chopin: Ballade no.3 in As op.47    6:21
Josef Pembaur, piano
78t 30 cm glasplaat: Van Wouw 500-I/II

Download flac
Download mp3

Efrem Kurtz: Tchaikovsky (V-disc 736, 1947)


Efrem Kurtz (St. Petersburg, 07.11.1900 - 27.06.1995): Russisch dirigent. Studeerde in St. Petersburg bij Alexander Glazounov en Nicolai Tcherepnin. Studeerde verder in Riga, Berlijn en Leipzig (in Leipzig bij Arthur Nikisch).
Zijn debuut beleefde hij als invaller voor een zieke Nikisch, als begeleider van de danseres Isadora Duncan op een toernee.
1924-1933: Stuttgart Philharmoniker
1928-1931: begeleider van de danseres Anna Pavlova, tot haar dood in 1931
1932-1942: Ballet Russe de Monte-Carlo. Hij maakte veel toernees met dit gezelschap en verzorgde de première in 1938 van Offenbach's Gaîté Parisienne
1944-1948: Kansas City Philharmonic
1944: verkreeg staatsburgerschap van Amerika
1948-1954: Houston Symphony
1955-1957: Royal Liverpool Philharmonic, samen met John Pritchard
Daarna gastdirecties, die hem o.a. in 1966 voor het eerst weer in Rusland brachten (Moskou en Leningrad).

In deze upload een V-disc uit 1947 van Efrem Kurtz. De plaat is behoorlijk versleten, dus ik heb er wat werk aan gehad om het geluid enigszins acceptabel te krijgen. 
Lees hier de geschiedenis van de V-discs. 
Er is ook een discografie van V-discs.

Pjotr I. Tchaikovsky: Souvenir de Florence: Adagio cantabile    8:29
Strijkers van het NBC Symphony Orchestra o.l.v. Efrem Kurtz
78t 30 cm: V-disc 736 A/B  JDB218/9
Uitgebracht maart 1947

Download flac
Download mp3

Kurt Grosse, orgel (Polydor, 1929)


Over organist Kurt Grosse is helaas weinig te vinden. Hij is in 1890 in Berlijn geboren, ging daar van 1914-1919 naar het Koninklijk Conservatorium. Hij was in ieder geval organist in de Garnisonskirche in Spandau, na 1920 in de Friedrichswerdersche Kirche Berlijn. 
Op het label van deze mooie Polydor uit 1929 wordt de componist niet genoemd.
Op deze blog zijn we hem eerder tegengekomen: als begeleider van de cellist Hans Bottermund en op een 25 cm Kristall kerstplaatje.

Philipp Nicolai (10.08.1556 - 26.10.1608): Duits Luthers hofprediker en pastor, dichter en componist van geestelijke liederen.

Philipp Nicolai: 
1  Wie schön leuchtet der Morgenstern    4:01
2  Wachet auf, ruft uns die Stimme    4:22
Kurt Grosse, orgel
78t 30 cm: Polydor 27027   B 67067/8   1585/6 BM
Opname 1929

Download flac
Download mp3

Aimée-Marie Roger-Miclos (Fonotipia, 1905)


Deze plaat heb ik al lang, maar ik heb nu eens de moeite genomen om iets over deze pianiste te weten te komen. Een duik in het World Wide Web leverde het volgende op:

Aimée-Marie Roger-Miclos (Toulouse, 01.05.1860 - Parijs, 1950): Frans pianiste en docente. Studeerde aan het conservatorium van Parijs bij Henri Herz (1803-1888) en Louise Massart (1827-1887). Ze behaalde in 1877 haar diploma met een Premier Prix. 
Ze trouwde ca 1882 en noemde zich sindsdien Mme Roger-Miclos i.l.p. Mlle Miclos.
Ca. 1905 trouwde ze met Louis-Charles Bataille, de zoon van de beroemde baszanger en docent Charles Amable Bataille en trad sindsdien op onder de naam Roger-Miclos-Bataille.
Ze heeft veel in Frankrijk opgetreden, maar ook in Engeland, Duitsland, en in steden als Wenen, Brussel, Praag, St. Petersburg en New York (de laatste stad in 1903).

Aimée-Marie Roger-Miclos gaf ook Concerts de musique moderne, waarin ze composities van tijdgenoten speelde als Charles Tournemire (1870-1939), Florent Schmitt (1870-1958), Sergej Michailowitsch Ljapunoff (1859–1924), Antoine Mariotte (1875–1955), Déodat de Sévérac (1874–1921), Alexander Tcherepnin (1899–1977), Ernst Toch (1887–1964), Manuel de Falla (1876–1946), Maurice Ravel (1875–1939), Paul Le Flem (1881–1984), Albert Roussel (1869–1937) en Henri Tomasi(1901–1971). 
Belangrijke Franse componisten droegen werk aan haar op: Gabriel Pierné zijn pianoconcert in c op.12 (1888); Camille Saint-Saëns zijn Fantasie voor piano en orkest "Afrika" op. 89 (1891), Jules Massenet zijn Toccata in Bes (1892).

Ze was de enige leerlinge van Herz die grammofoonplaten heeft opgenomen: 10 plaatkanten voor Fonotipia in 1905 en 1906. Ze was een pianiste van naam in haar tijd, wel heeft ze regelmatig de kritiek gehad dat virtuositeit de voorrang kreeg boven muzikale interpretatie. Ook de composities van haar leraar Henri Herz werd in zijn tijd b.v. door Schumann bekritiseerd als "te veel show en oppervlakkig". 
Hier onder een schema van haar opnamen voor Fonotipia, alle opgenomen in Parijs. Uit de matrijsnummers blijkt dat op mijn plaat de eerste twee opnamen staan die ze gemaakt heeft.


Nr
Componist
Titel
Fonotipia
Matrijs
Opn.
01
Godard
Mazurka Bes op.103 no.4
39253
XPh 735
1905
02
Chopin
Wals Des op.64 no.1
39254
XPh 736
03
Mendelssohn
Spinnerlied C op.67 no.4
39255
XPh 737
04
Mendelssohn
Rondo capriccioso e op.14
39256
XPh 739
05
Liszt
Hongaarse rhapsodie no.13
39257
XPh 738
06
Liszt
Hongaarse rhapsodie no.11
39258
XPh 740
07
Chopin
Nocturne Fis op.15 no.2
39930
XPh 2235
11-1906
08
Schumann
Traumeswirren
39931
XPh 2239
09
Chopin
Wals cis op.64 no.2
39932
XPh 2236
10
Mendelssohn
Scherzo e op.16 no.2
39933
XPh 2238

Ik zag dat eenzelfde Fonotipia als ik heb op eBay te koop staat voor maar liefst $250,-. 
Los van het feit dat er vaak belachelijke bedragen gevraagd worden voor platen geeft het toch wel aan dat het kennelijk om een zeldzame plaat gaat. 
Leuk dat haar handtekening in de spiegel van de plaat gegraveerd is. Ook is er een soort stempel van haar handtekening nog net zichtbaar op het label.



01  Benjamin Godard: Mazurka in Bes no.4    2:42
02  Frédéric Chopin: Wals in    1:51 
Maria Roger Miclos, piano
78t 27 cm: Fonotipia 39253/4   XPh 735/6
Opname Parijs, 1905

Download mp3

Charles Münch: Roussel (Decca, 1947)


Charles Münch (1891-1968): in de Elzas (Duitse deel, na 1919 Frans) geboren dirigent en violist. Broer van dirigent Fritz Münch, neef van dirigent en componist Hans Münch. Zijn vader was organist en koordirigent Ernst Münch (1859-1928). Studeerde viool bij Carl Flesch (Berlijn) en Lucien Capet (Parijs). Vocht in het Duitse leger tijdens de eerste wereldoorlog,  overleefde een gifgas-aanval in Péronne en werd gewond in Verdun. 
1920: aanstelling als viooldocent aan het conservatorium van Strassbourg.
1926-1933: Was concertmeester onder Hermann Abendroth, Wilhelm Furtwängler en Bruno Walter. Debuut als dirigent in 1932. Daarna bij veel Franse orkesten gedirigeerd, o.a.:
1935-1938: dirigent van Société Philharmonique de Paris, daarna directeur;
1937-1946: Orchestre de la Société des Concerts du Conservatoire
1937-1945: gaf directie aan het Conservatoire de Paris
1949-1962: dirigent van Boston Symphony Orchestra
1951-1962: directeur van Tanglewood Music Festival
Münch was pleitbezorger van eigentijdse Franse muziek. Bevriend met o.a. Arthur Honegger, Albert Roussel, Francis Poulenc en Florent Schmidt.

Albert Roussel: Suite in F op.33
1  Prelude    4:02
2  Sarabande    5:59
3  Finale-Gigue    4:24
London Philharmonic Orchestra o.l.v. Charles Münch
78t 30 cm: Decca AX.317-8   AR.11321-1; 11322-1; 11323-1; 11324-1
Opname Londen, 02-06-1947
Totale tijd:   14:25

Download flac
Download mp3

Erika Morini (Victor, 1923; Polydor, 1927)



Erika Morini (Wenen, 05.01.1904 - New York, 31.10.1995): Joodse Oostenrijkse violiste. Wonderkind. Had eerst les van haar vader (die les had gehad van Jakob Grün en Joseph Joachim), kwam op haar 8e in de masterclass van Otakar Ševčik. Daarna volgden privé-lessen bij Jakob Grün (1837-1916) en, na diens dood, bij Rosa Hochmann (die alle 3 vioolconcerten van Max Bruch bij de componist gestudeerd had). Ook kreeg ze les van Alma Rose en Adolph Busch. Ze noemde zich een "mix": "mijn rechterhand (strijkstok) is Joachim, mijn linker hand is Ševčik".
1916: debuut in Wenen (Mozart vioolconcert in A)
1921: debuut in Amerika, Carnegie Hall, met veel succes. een grote tournee volgde.
Ze kreeg de Guadagnini viool van de legendarische Maud Powell, die in 1920 overleden was. Ook bespeelde ze een Stradivarius (Davidoff, die haar vader in Parijs in 1924 gekocht had). 
Ze had een lange, succesvolle carrière.

In 1976 gaf ze haar laatste concert.




Nu een akoestisch opgenomen 25 cm Victrola (uit 1923) en een 30 cm Polydor plaat. De Polydor is volgens de CHARM opgenomen in 1927, maar ik vind het klinken als een akoestische opname. 
Opvallend bij de Victor is dat kennelijk pas take 13 tot voldoende artistieke tevredenheid leidde. Mogelijk ligt dat aan de pianist: bij take 1-7 was dat Emanuel Balaban, bij take 8-12 Alice Morini (ook bekend als Alice Morini-Wolski), een zus van Erika, die haar in haar eerste opnamen voor Victor tussen 1921-1923 begeleidde. Vanaf take 13 was Sándor Vás (1884-1972), een Hongaarse pianist, de begeleider.

De pianist op de Polydor is Michael Raucheisen (Rain, 09.02.1889 - Beatenberg, 27.05.1984). Met name bekend als begeleider, m.n. van veel zangers: o.a. Erna Berger, Karl Erb, Frida Leider, Helge Rosvaenge, Heinrich Schlusnus en Elisabeth Schwarzkopf. Hij trouwde in 1933 met de sopraan Maria Ivogün (1891-1987), die in 1932 van Karl Erb gescheiden was. Zij was de lerares van Elisabeth Schwarzkopf.

Kant 2 van de Polydor duurt nog korter dan de 25 cm plaat...




1  Enrico Toselli: Serenade op.6    2:25
    Erika Morini, viool; Sándor Vás, piano
    78t 25 cm: Victrola 66153   B26199-13
    Opname Camden, N.J., 06-02-1923

2  Edouard Lalo: Symphonie Espagnole op.21: deel 4 andante    4:45
3  Cécile Chaminade - arr. Fritz Kreisler: Serenade Espagnole    1:46
    Erica Morini, viool; Michael Raucheisen, piano
    78t 30 cm: Polydor 69824   B 27624/5   224½/226½ bg
    Opname 1927

Download flac
Download mp3

Eugen d'Albert: Weber, Chopin, Liszt (Odeon, 1912)


Eugen d'Albert (Glasgow, 10.04.1864 - Riga, 03.93.1932): In Schotland geboren Duitse pianist en componist. Ging op z'n 12e naar het conservatorium in Londen. In 1881 won hij de Mendelssohn Scholarship om te studeren in Oostenrijk, ontmoette daar o.m. Johannes Brahms en Franz Liszt. Werd ook een leerling van Franz Liszt in Weimar. Hij vond zichzelf Duitser, veranderde zijn voornaam van Eugène in Eugen.
Componeerde 21 opera's, waarvan Tiefland (1903) zijn bekendste werd, verder o.m. 2 pianoconcerten, een celloconcert, 2 strijkkwartetten, pianomuziek en 58 liederen.
D'Albert is 6x getrouwd geweest, w.o. met de pianiste Teresa Carreño (1853-1917) en had in totaal 8 kinderen.

Nu de 2 Odeons die ik van Eugen d'Albert in mijn verzameling heb: een enkelzijdige en een dubbelzijdige. Bij Weber horen we bij 2:49 een forse misslag, maar kennelijk mocht dat de pret niet drukken: de take werd goedgekeurd. De platen hebben een forse ruis en de groeven zijn wat uitgesleten bij de luide passages. 


1  Carl Maria von Weber: Aufforderung zum tanz op.65    4:13
    78t 30 cm: Odeon XX 76933   xxB 5730

2  Frédéric Chopin: Wals no.5 in As op.42    2:53
3  Franz Liszt: Au bord d'une source    3:47
    78t 30 cm: Odeon XX 76937/76940  xxB 5728/5740

Opname 01-07-1912

Download mp3

Reginald Kell, Louis Kentner, Frederick Riddle: Mozart KV 498 (Columbia, 1941)


Reginald Kell (York, 08.06.1906 - Frankfort [U.S.A.], 05.08.1981): Engels klarinetspeler. 1929-1932: Had les van de Engelse klarinettist Haydn Draper aan de Royal Academy of Music (R.A.M.)in Londen. Nog tijdens zijn studie eerste klarinettist van de Royal Philharmonic Society.
1932-1936: eerste klarinettist London Philharmonic (o.l.v. Sir Thomas Beecham)
1939: eerste klarinettist bij het Festival van Luzern o.l.v. Arturo Toscanini. Die bood hem dezelfde baan aan bij het NBC Symphony Orchestra, maar Kell weigerde.
1935-1939: gaf les op de R.A.M.
1939-1945: eerste klarinettist Liverpool Philharmonic Orchestra
1945-1948: eerste klarinettist Philharmonia Orchestra, zowel als Royal Philharmonic Orchestra (Beecham)
1948: ging naar Amerika, waar hij een succesvolle carrièr ehad en o.a. les gaf aan Benny Goodman. 
1951-1957: gaf les op de Aspen Music School (Colorado)
Reginald Kell speelde ook veel kamermuziek.

Louis Kentner (Karviná, 19.07.1905 - Londen, 23.09.1987): eigenlijke naam Lajos Kentner, Hongaars pianist. Studeerde aan het conservatorium van Budapest bij Arnold Székely (piano), Hans Koessler en Zoltán Kodály (compositie) en Leo Weiner (kamermuziek). Van 1920-1931 was hij internationaal bekend als Ludwig Kentner. 
Vanaf 1935 vestigde hij zich in Engeland en had een 

Frederick Riddle (Liverpool, 20.04.1912 - Newport, 05.02.1995): Brits altviolist. 
1928-1933: studeerde aan het Royal College of Music bij Maurice Sons (viool) en Ernest Tomlinson (altviool). Hij speelde altviool in de London Symphony Orchestra (1933-1938), het London Philharmonic Orchestra (1938-1939), het BBC Salon Orchestra, Liverpool Philharmonic.
Wat kamermuziek betreft speelde hij altviool in het Philharmonia Quartet, dat bestond tot 1952.
Na de oorlog speelde hij eerst in het Philharmonia Orchestra, daarna weer in het London Philharmonic Orchestra, na 1953 in het Royal Philharmonic Orchestra.
Hij gaf vanaf 1948 bijna 40 jaar les aan het RCM.
Riddle was ook solist: hij maakte de eerste opname van het vioolconcert van William Walton, met de componist als dirigent (1937).

Wolfgang Amadeus Mozart: 
Trio voor klarinet, piano en altviool in Es KV 498 "Kegelstatt-Trio" (1786):
1  andante    6:02
2  menuetto    6:11
3  rondeaux: allegretto    8:38
Reginald Kell, klarinet
Louis Kentner, piano
Frederick Riddle, altviool
78t 30 cm: Columbia DX 8147-9 (automatische koppeling)
CZX 8812-1; 8813-2; 8814-1; 8815-1; 8816-1; 8817-2
Opname 17-01-1941
Totale tijd:   20:51

Download flac
Download mp3

Bruno Seidler-Winkler: Tri-Ergon (1928)


Bruno Seidler-Winkler (Berlijn, 18.07.1880 - 19.10.1960): Duits dirigent, pianist en arrangeur.
Tussen 1903 en 1923 was hij de artistiek directeur voor Deutsche Grammophon (wat Landon Ronald was voor de Engelse, Piero Coppola voor de Franse en Carlo Sabajno voor de Italiaanse tak van de Gramophone).
1923 - 1925: dirigent in Chicago
1925 - 1933: dirigent Rundfunk-Sinfonie-Orchester Berlijn
Hij heeft halverwege de 30er jaren arrangementen gemaakt voor het zangkwintet de Comedian Harmonists.

Bruno Seidler-Winkler heeft veel opgenomen: als pianobegeleider van diverse zangers en als dirigent. In 1908 nam hij een complete Carmen op met o.a. Emmy Destinn. In 1923 nam hij de complete 9e symfonie van Beethoven op als een afscheid aan de Deutsche Grammophon.

Lees meer op Wikipedia en op CHARM. Op die laatste site zijn ook veel muziekfragmenten van hem te horen, o.a. die van de beruchte Olympische Hymne, gecomponeerd door Richard Strauss, voor de Olympische Spelen in 1936 in Berlijn, die de Nazi's als propaganda gebruikten.

Nu 3 Tri-Ergon platen met beroemde ouvertures. Het Tri-Ergon label bestond van 1927 tot 1931.



1  Franz von Suppé - "Dichter und Bauer", Ouverture    8:15
    78t 30 cm: Tri-Ergon TE 1070   M 456/7

2  Carl Maria von Weber - "Oberon": Ouverture    7:36
    78t 30 cm: Tri-Ergon TE 1097   M 735/8

3  Johann Strauss - "Die Fledermaus": Ouverture    7:28
    78t 30 cm: Tri-Ergon TE 1101   M 778/9

Grosses Symphonie-Orchester
Dirigent: Bruno Seidler-Winkler
Opnamen: 1928



Download mp3

Alexander Kitschin: Tchaikovsky (Polydor, 1928)


Over dirigent Alexander Kitschin is vrijwel niets bekend, behalve dat hij getrouwd was met de bekende Russische sopraan Xenia Belmas (Tschernigow, 1889 - Durban, Z.Afr., 02.02.1981). Ze vertrokken in 1921 uit Rusland en vestigden zich vanaf 1938 in Zuid-Afrika.

Alexander Kitschin heeft weinig instrumentale werken opgenomen: 
Tchaikovsky: Ouverture 1812 (Polydor 95054-55)
Tchaikovsky: Symfonie nop.5 (Polydor 95056-61)
Glazounov: Stenka Rasin op.13 (Polydor 95088-89)

Verder heeft hij in ieder geval zijn vrouw begeleid. Zij heeft tussen 1927 en 1932 20 platen opgenomen: 18 voor Polydor en 2 voor Ultraphon. 

Ik heb een Polydor-album met op 11 plaatkanten de 5e symfonie van Tchaikovsky. De filler is een opname van violist Vasa Prihoda (Vodnany, 22.08.1900 - Wenen, 26.07.1960). 
De platen zijn veel gedraaid, in de luide delen zijn de groeven uitgesleten, en dat is te horen. Boeiend om deze interpretatie uit 1928 te horen. En een alleszins goede opname voor 1928! Jammer dat Alexander Kitschin zo weinig heeft opgenomen!



P.I. Tchaikovsky: Symfonie no.5 in e op. 64 (1888):
1  andante; allegro con anima; andante    14:55
2  andante cantabile    11:34
3  Valse    6:35
4  andante maestoso    8:29
Alexander Kitschin,  Opera-Orkest Berlin-Charlottenburg

5  Alexander Rimsky-Korsakov: Hymne aan de zon    3:42
    Vasa Prihoda, viool; Charles Cerné, piano

78t 30 cm: Polydor 95056-61
Matrijsnummers: 
deel 1: 846bm; 596bm; 689BiI; 690BiI; 
deel 2: 843bm; 844bm; 845bm; 
deel 3: 616bm; 617bm; 
deel 4: 621bm; 622bm
Vasa Priholda: 62½bi

Download mp3

Leopold Stokowski: Dvorak (HMV 1927; Electrola 1934)


Leopold Stokowski (Londen, 18.04.1882 - Nether Wallop, Hampshire, 13.09.1977): Engelse dirigent, met een Poolse vader en een Ierse moeder. Enkele highlights:
1909-1912: Cincinnati Symphony Orchestra
1912-1938: Philadelphia Orchestra
1940-1942: Richtte het All-American Youth Orchestra op en toerde daarmee door Noord- en Zuid Amerika
1945-1946: Hollywood Bowl, Los Angeles
1946-1949: gastdirecties bij New York Philharmonic Symphony Orchestra
1949-1951: co-dirigent samen met Mitropoulos van de N.Y.Ph.S.O.
1955-1961: Houston Symphony Orchestra
1962-1972: American Symphony Orchestra, opgericht door Stokowski, bedoeld om klassieke muziek te demystificeren en toegankelijk voor iedereen te maken.

Hij verscheen in twee films in 1937: The big broadcast en One hundred men and a girl.
Het meest beroemd werd zijn samenwerking met Walt Disney in Fantasia (1939).

Nu twee opnamen van hetzelfde werk, n.l. de New World symfonie van Dvorak, beide met het Philadelphia Orchestra, beide o.l.v. Leopold Stokowski.

De eerste is een opname uit 1927, in een ruisende HMV-persing, uitgegeven in een mooi album met 5 30cm platen. De groeven zijn bij de luide delen aardig uitgesleten. Kritische luisteraars mogen deze opname dus overslaan. Om het maar eens positief te duiden: het album was van een liefhebber, die deze platen duidelijk veel gedraaid heeft. Mede-bloggers kunnen misschien een mooie Victor-persing digitaliseren...
Wat die labelnummering betreft op HMV (zie onderstaand schema, 2e kolom; 4-0689 e.v.): mij ontgaat de logica. Ik weet niet waar HMV destijds die nummering op baseerde.



De tweede opname is gemaakt in 1934, uitgebracht op het Duitse Electrola. Deze klinkt een stuk beter. Aardig om de twee uitvoeringen te vergelijken. In de schema's is te zien dat hij iets meer tijd neemt in de opname uit 1934.

Leopold Stokowski: Philadelphia Orchestra:

Antonin Dvorak: Symfonie no.9 in e op.95 (1893):
1  adagio - allegro molto
2  largo
3  scherzo: molto vivace
4  allegro con fuoco


Nr
Labelnr
Matrijs
Opname
HMV
Mov.
Tijd
01
4-0689
CVE-32802-4
1927 10 05
D 1893
1
08:29
02
4-0686
CVE-32803-3
03
4-0761
CVE-33290-3
D 1894
2
11:49
04
4-0797
CVE-33291-6
05
4-0826
CVE-33292-5
D 1895
06
4-0762
CVE-33293-4
1927 10 08
3
07:13
07
4-0763
CVE-33294-3
D 1896
08
4-0778
CVE-33297-4
4
10:29
09
4-0765
CVE-33296-3
D 1897
10
4-0764
CVE-33295-3

HMV D 1893-7
Totale tijd: 38:00

Download Stokowski 1927 mp3



Nr
Matrijs
Electrola
Mov.
Tijd
01
2A.84525
DB 2543
1
08:51
02
2A.84526
03
2A.84541
DB 2544
2
12:27
04
2A.84542
05
2A.84543
DB 2545
06
2A.84544
3
07:48
07
2A.84545
DB 2546
08
2A.84546
4
11:36
09
2A.84547
DB 2547
10
2A.84548

Electrola DB 2543-7
Totale tijd:   40:42

Download Stokowski 1934 mp3

Erica Morini, Louis Kentner: Mozart (HMV, 1929)


Erica Morini (Wenen, 05.01.1904 - New York, 31.10.1995): Joodse Oostenrijkse violiste. Wonderkind. Had eerst les van haar vader (die les had gehad van Jakob Grün en Joseph Joachim), kwam op haar 8e in de masterclass van Otakar Ševčik. Daarna volgden privé-lessen bij Jakob Grün (1837-1916) en, na diens dood, bij Rosa Hochmann (die alle vioolconcerten van Max Bruch bij de componist gestudeerd had). Ook kreeg ze les van Alma Rose en Adolph Busch. Ze noemde zich een "mix": "mijn rechterhand (strijkstok) is Joachim, mijn linker hand is Ševčik".
1916: debuut in Wenen (Mozart vioolconcert in A)
1921: debuut in Amerika, Carnegie Hall, met veel succes. een grote tournee volgde.
Ze kreeg de Guadagnini viool van de legendarische Maud Powell, die in 1920 overleden was. Ook bespeelde ze een Stradivarius (Davidoff, die haar vader in Parijs in 1924 gekocht had). 
Ze had een lange, succesvolle carrière.
In 1976 gaf ze haar laatste concert.

Louis Kentner (Karviná, 19.07.1905 - Londen, 23.09.1987): eigenlijke naam Lajos Kentner, Hongaars pianist. Studeerde aan het conservatorium van Budapest bij Arnold Székely (piano), Hans Koessler en Zoltán Kodály (compositie) en Leo Weiner (kamermuziek). Van 1920-1931 was hij internationaal bekend als Ludwig Kentner. 
Vanaf 1935 vestigde hij zich in Engeland. Een aardige quote van hem is de volgende: There is no such thing as a Difficult Piece. A piece is either impossible - or it is easy.
The process whereby it migrates from one category to the other is known as practicing.

Wolfgang Amadeus Mozart, arr. Artur Schnabel en Carl Flesch: 
Vioolsonate in Bes KV 454
1  largo - allegro    5:37
2  andante    7:24
3  allegretto    6:12
Erica Morini, viool
Louis Kentner, piano
78t 30 cm: HMV DB 1429-31  (32-1162~4;1199; 1165~1166)
CLR 5872-2; 5873-2; 5874-1; 5875-1; 5876-1; 5877-2
Opname 12-12-1929
Totale tijd:   19:13

Download mp3

René le Roy, Quintette Instr. de France (HMV, 1933)


René le Roy (Maisons-Lafitte, 04.03.1898 - Parijs, 03.01.1985): Frans fluitist en docent. Kreeg eerst fluitles van zijn vader.
1916-1918: Conservatorium van Parijs, les bij Adolphe Hennebains, Leopold Lafleurance en Philippe Gaubert. Premier Prix behaald in 1918.
1919: volgde Philippe Gaubert op als fluitist bij de Société des instruments à vent de Paris.
1922: richtte het Quintette Instrumental de Paris op (fluit, harp, strijktrio). Een aantal componisten schreef werk voor dit ensemble, w.o. Vincent d'Indy (suite op.91, deze opname), Albert Roussel (Sérénade op.30), Joseph Jongen en Cyrill Scott. 
1952-1968: Solo-fluitist in het New York City Opera Orchestra.

1952-1971: gaf les aan het conservatorium van Parijs.

Pierre Jamet (Orléans, 21.04.1893 - , Gargilesse-Dampierre, 17.06.1991): Franse harpist en docent. Opgeleid aan het conservatorium van Parijs door Alphonse Hasselmans (1845-1912).
1948-1963: gaf les aan het conservatorium van Parijs.

De bezetting van het Quintette Instrumental de Paris bij deze opname:
René le Roy, fluit
Pierre Jamet, harp (vanaf 1924)
René Bas, viool
Pierre Grout, altviool
Roger Boulmé, cello.

Deze bezetting bleef bij elkaar tot 1940. Vanaf 1945 heette dit gezelschap het Quintette Instrumental Pierre Jamet, met als bezetting Gaston Crunelle, fluit; Pierre Jamet, harp; René Bas, viool; Etienne Ginot, altviool en Marcel Frecheville, cello.



Vincent d'Indy: Suite en parties op.91:
1  entrée en sonate    3:55
2  air désuet    2:31
3  sarabande    5:45
4  farandole variée    4:06
Quintette Instrumental de Paris
78t 30 cm: HMV DB 2010-1   32-3755~7; 32-3793
2B6564-2; 6565-1; 6566-2; 6567-2
Opname Londen, Abbey Road 25-05-1933
Totale tijd:   16:17

Download mp3
Viewing all 149 articles
Browse latest View live